Huishoudelijk reglement

HUISHOUDELIJK REGLEMENT van de

VERENIGING BRIDGECLUB SCHAARSBERGEN

te ARNHEM

Goedgekeurd in de Algemene Ledenvergadering d.d. 1-3-2011

Revisie goedgekeurd in de Algemene Ledenvergadering d.d. 26-11-2024

 

CATEGORIEEN LEDEN

Artikel 1

In aanvulling op het bepaalde in Art. 5 en 20 van de Statuten wordt het volgende bepaald.

Met betrekking tot Art. 5

1a. Naast de in lid 1 genoemde leden, adspirant-leden en donateurs kent de vereniging niet-spelende leden.

4a. Adspirant-leden zijn leden op wier verzoek tot toelating positief is beslist, maar aan wie nog niet een regelmatige deelname aan de competitie-avonden gegarandeerd kan worden omdat het maximaal aantal (gewone) leden is bereikt. Zij staan op de wachtlijst.

4b. Niet-spelende leden zijn zij die niet aan de wedstrijden in clubverband deelnemen, maar wel via de vereniging aangesloten zijn bij de Nederlandse Bridge Bond.

Met betrekking tot Art. 20:

4. Het Bestuur stelt de voor adspirant-leden en niet-spelende leden te betalen contributie en entreegelden vast.

 

TOELATING ALS LID

(art. 5 lid 6 statuten)

Artikel 2

1. Een verzoek om toelating van geïnteresseerden in het lidmaatschap (alleen of als paar) moet bij het bestuur worden ingediend.
2. Nadat het bestuur een dergelijk verzoek heeft ontvangen, neemt het bestuur uiterlijk veertien dagen na het verzoek om toelating een beslissing en deelt deze zo spoedig mogelijk aan betrokkene(n) mede. Houdt die beslissing een weigering tot toelating in, dan wordt in die mededeling de reden daarvan vermeld.
3. Indien het bestuur een verzoek om toelating heeft afgewezen, is de algemene vergadering niet bevoegd alsnog tot toelating te besluiten.
4. Indien door toelating van een geïnteresseerde in het lidmaatschap het aantal (gewone) leden de gestelde grens overschrijdt, dan vindt toelating als adspirant-lid plaats.
5. Adspirant-leden komen, in volgorde van aanmelding als eerste in aanmerking voor het gewone lidmaatschap, wanneer de gestelde grens aan het aantal (gewone) leden dat toelaat.
6. Alleen indien een individueel adspirant-lid niet als paar met een (gewoon) lid kan worden ingedeeld, dan kunnen als paar aangemelde adspirant-leden voorgaan bij het toetreden als (gewoon) lid.
7. Na (gewone) leden worden adspirant-leden door de spelleiding bij voorrang ingedeeld als invaller bij afwezigheid van een (gewoon) lid, indien diens partner niet zelf al een andere partner uit de (gewone) leden gevonden heeft.

 

SCHORSING LEDEN

(artikel 7, lid 3 statuten)

Artikel 3

1. Het besluit van het bestuur tot schorsing van een lid wordt onverwijld schriftelijk medegedeeld aan het lid onder vermelding van de reden(en) van de schorsing.
2. Indien het geschorste lid van het besluit tot schorsing in beroep wenst te gaan bij de algemene vergadering, dient het dit te doen door middel van een aan het bestuur gerichte brief.
3. Het bestuur is verplicht zo spoedig mogelijk na de ontvangst van die brief een algemene vergadering bijeen te roepen.
4. Van het door die vergadering genomen besluit stelt het bestuur het geschorste lid onverwijld schriftelijk in kennis onder vermelding van de reden(en) die tot dat besluit hebben geleid.

 

BENOEMING BESTUURSLEDEN

(artikel 9, lid 4 statuten)

Artikel 4

1. Voor de benoeming van bestuursleden door de algemene vergadering stelt het bestuur de namen van een of meer kandidaten voor. Indien een dergelijke benoeming moet plaats vinden wordt dit op de agenda van de desbetreffende vergadering vermeld onder opgaaf van de naam van de betrokken kandida(a)t(en).
2. Ook door de leden van de vereniging kunnen een of meer kandidaten worden voorgesteld. Voor het stellen van een dergelijke kandidaat is de handtekening van ten minste tien leden vereist.
3. Van de in het vorige lid vermelde mogelijkheid tot het stellen van een of meer kandidaten kan uiterlijk tot de vijfde dag voorafgaande aan de dag van de in het eerste lid bedoelde vergadering gebruik worden gemaakt en wel door schriftelijke opgaaf aan het bestuur van de naam van de betrokken kandida(a)t(en). De opgaaf dient vergezeld te gaan van een verklaring dat de bereidheid bestaat een eventuele benoeming als bestuurslid te aanvaarden.
4. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar en zijn herverkiesbaar voor de periode van maximaal drie jaar.
5. De verkiezingen van voorzitter, secretaris en penningmeester geschieden bij voorkeur in verschillende kalenderjaren.

 

BESTUURSVERGADERINGEN

(artikel 14 statuten)

Artikel 5

1. Bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee bestuursleden dit wenselijk achten.
2. Bedraagt het aantal ter vergadering aanwezige bestuursleden minder dan de helft, dan wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen waarin, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden, omtrent de onderwerpen vermeld op de voor de voorafgaande vergadering bestemde agenda kan worden beslist.

 

INDIENING DOOR LEDEN VAN VOORSTELLEN TER

BEHANDELING IN EEN ALGEMENE VERGADERING

(artikel 16 statuten)

Artikel 6

1. Voorstellen die leden van de vereniging in een algemene vergadering behandeld wensen te zien, dienen schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend.
2. Indien de uitnodiging voor een dergelijke vergadering reeds heeft plaats gevonden, dienen bedoelde stukken ten minste vijf dagen voor de dag van de vergadering in het bezit van het bestuur te zijn. Van de indiening van een voorstel doet het bestuur mededeling aan de algemene vergadering.

 

 

CONTRIBUTIE

(artikel 20, lid 2 statuten)

Artikel 7

1. De contributie dient bij aanvang van het kalenderjaar te worden voldaan.

 

TECHNISCHE COMMISSIE

(artikel 21, lid 1 statuten)

Benoeming leden

Artikel 8

1. De leden van de technische commissie worden door de algemene vergadering voor de periode van één jaar benoemd en zijn terstond opnieuw benoembaar.

De benoeming geschiedt in de algemene vergadering (jaarvergadering) en gaat onmiddellijk in.

2. De technische commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een wedstrijdleider.
3. Bij afwezigheid van de wedstrijdleider wijst de commissie een plaatsvervanger aan.

Taak en bevoegdheden

Artikel 9

1. De taak en bevoegdheden van de technische commissie bestaan uit:
2. het organiseren van al dan niet in clubverband te spelen wedstrijden;
3. het vaststellen van in speelsterkte verschillende groepen, waarin de competitie­wedstrijden in clubverband worden gespeeld. De commissie beslist tevens in welke groep een nieuw lid zal worden ingedeeld, met dien verstande, dat de plaats van een actief lid niet zal worden beïnvloed door de plaatsing van een nieuw lid;
4. het samen met het bestuur vaststellen van de speelkalender voor een wedstrijd­seizoen;
5. het samenstellen van de door de vereniging naar niet in clubverband te spelen wedstrijden af te vaardigen teams;
6. het adviseren van het bestuur in op het spelen van wedstrijden betrekking hebbende technische en organisatorische aangelegenheden;
7. het in overleg met het bestuur vaststellen van een wedstrijdreglement. In dat reglement dienen in elk geval de door de Nederlandse Bridge Bond vastgestelde spel- en wedstrijdregels van toepassing te worden verklaard;
8. het zorgdragen voor de wedstrijdleiding van de door haar georganiseerde wedstrijden alsmede voor het bijhouden en verwerken van de uitslagen van die wedstrijden.
9. Van een door de technische commissie genomen beslissing kan een lid in beroep gaan bij het bestuur. Het beroep dient schriftelijk te worden ingesteld en wel binnen veertien dagen nadat het betrokken lid van de beslissing kennis heeft gekregen. Van de op het beroep genomen beslissing stelt het bestuur het lid zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis.
10. Ter ondersteuning van het bestuur zal de voorzitter van de technische commissie

(indien hij niet beschikbaar is een ander lid van de technische commissie)

aanwezig zijn bij iedere bestuursvergadering.

 

 

KASCOMMISSIE

(artikel 17, lid 2 statuten)

 

Benoeming leden

 

Artikel 10

1. De kascommissie als bedoeld in artikel 17 lid 2 van de statuten bestaat uit twee leden en één plaatsvervangend lid, die bij ontstentenis van een van de commissieleden diens plaats inneemt.
2. De leden van de kascommissie worden benoemd door de jaarlijkse algemene ledenvergadering.
3. Tijdens deze vergadering wordt:
   1. een nieuw plaatsvervangend lid aangesteld;
   2. het bestaande plaatsvervangende lid benoemd tot vast commissielid;
   3. het langst zittende commissielid ontheven van zijn functie.

Het aftredende lid is niet terstond herkiesbaar.

 

Taken en bevoegdheden

 

Artikel 11

De taken en bevoegdheden van de kascommissie bestaan uit:

1. inzage nemen van boeken en bescheiden op het geldelijk beheer van de vereniging betrekking hebbende;
2. de inkomsten en uitgaven controleren met desbetreffende bescheiden;
3. schriftelijk verslag uitbrengen aan de jaarlijkse algemene ledenvergadering over het door het bestuur gevoerde beheer over de gelden, waarbij de commissie een gemotiveerd voorstel doet omtrent het al dan niet verlenen van decharge aan het bestuur voor het gevoerde financiële beleid.

 

 

BEWAREN VAN BESCHEIDEN

Artikel 12

Het bestuur is verplicht op overzichtelijke wijze een volledige administratie bij te houden van:

1. de leden van de vereniging;
2. de notulen van de vergaderingen van het bestuur;
3. de bezittingen en schulden van de vereniging.

 

Voorts dienen alle bescheiden die betrekking hebben op bestuurlijke zaken gedurende twee jaar na afdoening van het onderwerp te worden bewaard, tenzij een wet anders voorschrijft dan wel de aard van het onderwerp (bij voorbeeld de historische betekenis voor de club) aanleiding geeft tot een langere periode.

 

REGLEMENTEN

Artikel 13

1. Alle leden ontvangen bij de toetreding een verwijzing naar de statuten en het huishoudelijk reglement en van eventueel andere gepubliceerde reglementen.
2. Adspirant-leden hebben eveneens recht van inzage.
3. Een lid kan zich niet beroepen op onbekendheid met statuten, huishoudelijk reglement of andere gepubliceerde reglementen.
4. Toezending van schriftelijke stukken, als bedoeld in bovengenoemde artikelen, mag per e-mail plaatsvinden.
5. Leden die niet over een e-mail adres beschikken krijgen de betreffende schriftelijke stukken per post toegezonden of uitgereikt.

Artikel 14

1. Zowel de penningmeester als de voorzitter worden, o.a. door middel van de vereiste tekenbevoegdheid, afzonderlijk gemachtigd te beschikken over de financiële middelen van de bridgeclub.
2. De voorzitter zal van de hier bedoelde machtiging slechts gebruik maken in het geval dat de penningmeester zijn bevoegdheid niet langer kan uitvoeren of, in onderling overleg van beiden, bij ontstentenis van de penningmeester voor een periode van meer dan twaalf weken.
3. Zodra de voorzitter van de hier bedoelde machtiging gebruik maakt, is de penningmeester niet langer verantwoordelijk voor de financiële middelen van de bridgeclub, maar wordt vanaf dat moment de voorzitter alleen verantwoordelijk.
4. De penningmeester blijft verantwoordelijk voor de financiële middelen tot het moment dat de in het vorige lid genoemde situatie is ingetreden.

 

-O-O-O-O-O-